Btw-vrijgestelde Dirk

Dirk Janssens kiest voor een vrijstelling van btw. Hij verkoopt daarbij spulletjes allerlei ter waarde van €10.000 op jaarbasis waarop hij 0% btw heeft aangerekend. Hij heeft immers gekozen voor de btw-vrijstelling, waardoor hij 0% btw mag aanrekenen op zijn verkopen.

Zijn concurrent ligt op de loer

Dirk heeft ook een geduchte concurrent genaamd Franky, een concurrent die hij nauw in de gaten houdt. Zo weet Dirk bijvoorbeeld dat zijn concurrent Franky dezelfde verkoopprijzen hanteert, maar Franky is wel btw-plichtig. Voor dezelfde producten die Dirk aanbiedt, moet concurrent Franky dus €10.000 + 21% btw aanrekenen, dat maakt een totaalbedrag voor de klant van €12.100.

Dirk is dus goedkoper dan zijn concurrent, net door zijn btw-vrijstelling! Hij heeft al wel eens gedacht om zijn verkoopprijs wat te verhogen, bijvoorbeeld tot €11.000. Zo blijft hij goedkoper dan zijn concurrent Franky, maar verdient hij zelf wel een extra €1.000. Voorlopig is dat altijd bij een hersenspinsel gebleven. Wie weet, ooit ..

Dirk doet wat aankopen

Dirk heeft natuurlijk ook wat aankopen gedaan gedurende het jaar: softwarekosten, handelsgoederen, wat bureaumateriaal .. Alles bij elkaar heeft Dirk hier €6.050 voor betaald, namelijk €5.000 euro exclusief btw én zijn leveranciers hebben telkens 21% btw aangerekend aan Dirk.

Want ondanks dat Dirk zelf btw-vrijgesteld is, rekenen zijn leverancier gewoon hun eigen btw-tarief aan hem door. Dat hoort ook zo, elke ondernemer kijkt namelijk naar zijn eigen btw-status, bijgevolg rekenen btw-plichtige leveranciers gewoon 21% btw aan Dirk.

Zo is de totale kostprijs van Dirk zijn aankopen €6.050. De btw die Dirk is aangerekend, kan hij niet recupereren, maar komt gewoon mee in zijn boekhouding terecht als een kost.

Conclusie: Dirk heeft een omzet van €10.000 met €6.050 aan kosten. Zo blijft er €3.950 aan winst over in Dirk zijn boekhouding.

Dan toch de verkoopprijs verhogen?

Dirk staat nog eens stil bij zijn hersenspinsel om zijn verkoopprijs te verhogen naar €11.000. Hij zou daarmee nog steeds goedkoper dan zijn btw-plichtige concurrent, toch? Want die heeft een totale verkoopprijs van €12.100, zijnde €10.000 + €2.100 aan btw.

Als Dirk alleen maar zou verkopen aan particuliere klanten, dan klopt de redenering van Dirk, hij blijft ook na zijn prijsverhoging de goedkoopste! Want een particuliere klant betaalt simpelweg de totale verkoopprijs, inclusief btw.

Dirk rekent na zijn prijsverhoging €11.000 (inclusief 0% btw, door zijn btw-vrijstelling), dat is voor een particuliere klant nog steeds goedkoper dan bij Dirk’s concurrent aankopen voor €12.100 (inclusief 21% btw).

Als Dirk daarentegen ook zou verkopen aan andere ondernemers, dan valt zijn redenering in duigen. Want die andere ondernemers betalen dan wel de verkoopprijs inclusief btw, maar kunnen die btw daarna recupereren via een btw-aangifte. Btw-plichtige klanten kijken dus vooral naar de aankoopprijs exclusief btw, dat is voor hun de werkelijke kostprijs van hun aankoop.

De btw-plichtige klant kan dus ofwel kopen bij Dirk aan €11.000 met 0% btw (na Dirk zijn prijsverhoging met €1.000, maar nog steeds met zijn btw-vrijstelling).

Ofwel kan die btw-plichtige klant kopen bij Dirk’s concurrent aan €10.000 exclusief btw. Die 21% btw die er vervolgens bijkomt, moet eerst worden betaald, maar daarna recupereren ze die €2.100 toch via hun btw-aangifte. Dirk is dus duurder geworden dan zijn concurrent!

Achteraan dit hoofdstuk gaan we ook nog even kijken naar de winstgevendheid van btw-vrijgestelde Dirk & btw-plichtige Franky. Niet onbelangrijk natuurlijk.

Nu gaan we dit verhaal eens bekijken vanuit btw-plichtige Franky zijn perspectief.